Over
Manas Na'ala
Manas
Na'ala is mijn alias, een schrijversnaam. Er zijn twee redenen om een pseudoniem te
gebruiken. Ten eerste, door mij op te stellen in de anonimiteit kunnen mijn teksten in het
middelpunt staan, want mijn teksten zijn oneindig veel belangrijker dan ik. Ten tweede, ik
streef er naar mijn teksten in rust te schrijven in de behaaglijkheid van mijn
studeerkamer of tijdens mijn reizen. Niet vanachter prikkeldraad met lijfwachten aan de
poort die mij moeten beschermen tegen sinistere fanatici. Ik ben geen lafaard, noch wens
ik een held te zijn.
Op school vonden de
leraren dat er met mij geen land te bezeilen viel. Mijn vader overleed toen ik vijftien
was en kort daarna werd ik definitief van mijn zoveelste school gestuurd; men oordeelde
dat ik een wel heel notoire spijbelaar was. De ongeveer tien jaar daarna waren jaren van
twaalf ambachten en dertien 'ongelukken', terwijl ik ook de avondschool ging volgen. In de
tweede helft van mijn twintiger jaren ben ik geschiedenis en taal gaan studeren en in mijn
dertiger jaren politieke wetenschappen.
Op een bepaald punt in het leven van een man voelt hij zich onweerstaanbaar aangezet tot
het kiezen van een beroep; mannen worden gesocialiseerd kostwinner te zijn. Het positieve
neveneffect van het moeten ondergaan van deze krachten was dat ik me, na zorgvuldig
onderzoek in de diepten van mijn zelf, realiseerde dat ik een leraar
was. Dit was
ook de periode dat ik de aanwezigheid van een boek voelde, nog onderhuids, achter mijn
ogen, op de boekenplanken van mijn geest. Ik wist ook dat ik er bij lange na nog niet
klaar voor was om met schrijven te beginnen. Ik vond dat ik nog niet genoeg van het
volwassen leven had geproefd -om een man te worden is meer nodig dan een
lagere stem en wat haar op je kin- en ik verwachtte dat het schrijven zich wel zou aandienen als
ik er klaar voor was.
Daarom werd ik na mijn taalstudie leraar, ondanks mijn ervaringen met een
meerderheid aan trieste voorbeelden in dat beroep. Na zorgvuldige afwegingen koos ik
ervoor les te geven aan hen die geoormerkt zijn als minder getalenteerd en minder
intelligent en opgeborgen worden in de lagere vormen van onderwijs; deze keuze was ook een
duidelijke politieke keuze. Omdat ik politiek geëngageerd was, werd ik tevens actief in
de lerarenvakbond en binnen een politieke partij. Vooral de laatste maakte mij er scherp
van bewust dat het leven een enge bedoening is. In ieder geval dat politiek dat is. Ik
trok mij terug uit het actieve leven en was in staat een periode verlof te nemen.
Het was in deze tijd, mijn eind dertiger begin veertiger jaren, dat ik na wat mensen
doorgaans een reeks toevalligheden noemen, verschillende mensen ontmoette die mij al of
niet bewust voorzagen van de ontbrekende stukjes van een raadsel dat ik heel
lang bezig was op te
lossen. Gedurende een korte tijd bevond ik mij in een kleine groep mensen met
vergelijkbare intenties, die op een vergelijkbaar punt in het leven waren aangekomen. Het
samen optrekken ging voort totdat het duidelijk werd dat een in de groep zichzelf begon
te zien als welhaast de spirituele leider van de groep, daarmee mijn groeiend gevoel onderstrepend
dat ik in een sekte in wording was beland. Ik kon niet anders dan vertrekken, want ik
wenste niet in formatie te vliegen, zoals uiteindelijk van mij werd gevraagd. Mijn geest
en hart waren onthutst terwijl ik door de voorgevel uitbrak, triest omdat ik mijn lief
achter liet en gelukkig omdat ik het gevoel had mijn laatste beproeving te hebben gehad.
Ik was ooit in het diepe gedoken om nu in de warmte weer boven te komen.
Nu,
ruim twintig jaar na mijn uitbraak kijk ik terug op een tijd waarvan ik toen ik mijn volwassen jaren
binnen ging wist dat die zou komen. Ik heb het leven op vele manieren gezien. Van
'onderaf' naar boven kijkend en 'aan de top' de hoogtes overziend. Terwijl ik
over de zestig
ben, kan ik beamen dat ik dit universum ken, precies zoals ik dat wist toen ik zestien
was. Het fundamentele weten is hetzelfde gebleven, terwijl het verschil een zekere wijze van
expressiviteit is. Wat ik in mijn tienerjaren niet kon zeggen kan ik nu verwoorden. |